Voor het slapen gaan houdt hij zijn scherm in
Zijn handen, een lichtbaken in zijn duisternis
En hij ziet de bekende gezichten zonder

Kontakt te maken, hij glijdt over ze heen zonder
Te blijven talmen bij plooi of welving, vergeten
Bijna hoe hun lijven daaronder

Op hem wachten, hij leest een regel of drie maar
Schrijft niets in retour, hij hoort een muziekje
Er is een stukje bewegend beeld terwijl

Om hem heen de wereld stil houdt, zich inhoudt
Vlak voordat alles met een knal uitgaat, zoals
Het eens begon, eindigt het en hij

Is daar alleen, een warme schoot van een licht
Snorrend apparaat dat hem in het donker achterlaat
Als hij het juiste knopje vindt