In de ochtend zijn mijn weilanden nog koel, bijna
Dampt het en de sloten
Roerloos nog, zijn onopvallende strepen tot aan
De horizon, ik fiets
Tot de bocht en dan verder, ik fiets tot de brug en
Dan verder, rechts
Ligt mijn speelgrond, de dodenakker van mijn ouders
Links is het water
Veel te diep, recht voor me telefoneert een man
Driftig in de berm, dan daar om heen
Zes ganzen, een auto dwars, een bordje ‘te koop’
Getrokken uit de klei
Bijna mijn armen voor op het stuur of mijn benen
Bungelend aan weerszijden
hennie van ee
10 juli 2013 — 08:42
mooi