Zou de koffer groot genoeg zijn en zou hij door de
Douane kunnen en zal er niemand zijn die hem tegenhoudt
Moeilijke vragen stelt, terugstuurt, zal

Hij hem laten gaan, zal er gescholden worden, gehuild
Gestampvoet, zal er een nieuwe afspraak komen ooit en
Hoe moet hij zijn, later?

Hoe moet hij zijn, nu? de enige constante is het groene
Lichtje naast zijn naam, het vinkje door het cirkeltje – hij
Zelf lijkt

Nauwelijks aanwezig, zijn sterk vermagerd gezicht grijnst
Maar het is geen plezier, geen grapje, geen onderonsje ook
Nee, dan de handen die ik

Als achtergrondscherm gebruik, langzaam de bladeren
Omslaand die ik beschreven heb, languit liggend op ons
Hotelbed, enorme pyjamabenen en het

Randje haar over zijn buik, het laken opengeslagen, geen
Gezicht, geen grimas, geen vragen, alleen de zekerheid van
Dat moment