Mocht ik een woord opgeven
dat mij soms geneest
en dat andermans kwijnende mond en
uw oog ook vermag te openen
even maar, naar ik hoop,
het zou liefde zijn, liefdes
levenslang durende vuurdoop
liefdes opstaan en vallen
liefdes doodgaan ook,
liefde zeg ik u, alle
schijn van grootspraak ten spijt.
zo hartstochtelijk toch belijden
mensen elkaar hun eenzaamheid.

Huub Oosterhuis, uit: De dichter en zijn vrouw,
voor Anton van Duinkerken,  uit: Herschreven gedichten 1955-1965