Mijn mamma is kouder dan koud en
Toch is zij het misschien die tegen me
Praat, die

Niet eens zo zachtjes, me wijst op een
Plooi in de stof, een boordje dubbel
Een kleur verkeerd, met

Slagroom in de koffie  me maant tot
Zuinigheid, behoedzaamheid, controle
En met een lach in haar

Stem alle mannen verwenst, zij is het
Zeker die mijn arm grijpt en wankelt
En zij is het

Natuurlijk die mijn vader aanstoot en
Wijst, kijk, zegt zij, wat ze allemaal
Heeft gemaakt