Uren lang staat een dwars geparkeerde, met zijn kont
In mijn ruiten, open auto waaruit drie mannenlijven
Steken, wat gips, blikjes bier en snoeiharde housemuziek
Dreunend voor mijn huis, glas
Rinkelt, het park loopt langzaam leeg, een doos drijft
Door de gracht, armen zijn bloot, buiken zijn weelderig
Rokjes zijn bedroevend kort, hoge stapels kleding, dvd’s
Fietsonderdelen en vliegtuigjes
Onbestuurbaar, wanstaltig wankelend, mijn vingers
Plooien stof rond mijn boezem daar waar zij eerst scheurde
En ook wel lees ik hoe het begon: dat dreunen in mijn
Lijf, dat langzaam
Scheuren, dat lijdzaam zeuren, dat binnen verschuilen
Terwijl de zomer begon, dat een uitweg zoeken terwijl
De rest danst op ‘ik wil jou, jou, jou’, zichzelf tot vorst
Verheffend
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x