Zomaar zie ik het mosgroene gordijn, te licht
Voor haar kleur, zacht bewegen in mijn vaders
Werkkamer, achter het buro langs waar
Dezelfde kleur, nu in leer met gouden kartels
Rustig ligt, ik daarvoor, op de grond, voor het
Eerst kamperend
En in de slaapzak waar de nacht daarvoor mijn
Broertje of zusje sliep, op drie meter afstand
Van mijn
Zojuist verweduwde mamma, haar deur op een
Kier, het trappetje naar beneden voorzichtig
Omhelsd door
Plastic handgrepen, heel klein ligt ze daar en
Slaapt terwijl ik wakker lig en aan de muizen
Denk van vroeger die
Mijn zusje op haar knieën onder het trapgat
Voer, hoe ik nooit mijn angst verliet en hoe ook
Nu de kastanjebomen
Tikken tegen dat mosgroene gordijn dat te licht
De dreigende schaduw niet tegenhouden kan, hij
Is dan allang vertrokken
bernard dov wisser
18 december 2011 — 09:28
Very touching, with a real feeling of tender support….lovely…
elbert gonggrijp
18 december 2011 — 09:34
Een verstild beeld van rouw en de in mijn ogen niet uitgesproken liefde over de dood heen. Maar zoals ik dit lees hoeft dit ook niet…. Mooi!