Wanneer ik in mijn dagboek schrijf praat ik tegen mezelf met een innerlijke stem. De hele volgende week ben ik mij ervan bewust dat mijn hersenen vreemd werken. Stel je voor dat je al je ervaringen schept door ze tot aanzijn te schrijven, maar dat je gedwongen wordt met je verkeerde hand te schrijven. Je zou de trage onhandigheid compenseren door zinnen in te korten, zoals een dichter dat doet. Op dezelfde manier verdicht mijn leven zich tot metaforen.
Uit Mantel pieces, vertaald tot Vorstelijke personages, door Harm Damsma en Niek Miedema, Meridiaan, 2021, uit het essay Dagboek, een ontmoeting met de duivel, 2010
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x