“Dat het niet benoemd hoeft, mijn huid wit marmer en zijn huid sissend
Hout en de pauw die zijn veren spreidt en de vis die met bellen vol
Naar de eend springt, de grond onder onze voeten de toevlucht, de
Warme wanden het oord, de thuiskomst in onszelf”
uit meesterschap, nu – met andere gedichten uit de bundel de hand de beweging laten maken en met werk uit de navolgende bundels, ook op Soundcloud
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x