Terwijl hij nog slaapt, vertel ik het u: er is niets veranderd aan
zijn lichaamstemperatuur, de hoeveelheid haar, de
bewegelijkheid van sommige ledematen, de inzet waarmee hij
zijn klus doet, de woordenstroom bij dat alles hoewel
dus nu nog even stil, noch de bedoeling van het een en ander.
Niemand heeft het over liefde overigens. Ik
serveer een beschuitje bij het kopje thee als de nacht zich herhaalt,
hij is altijd bang voor het donker terwijl de ochtend
dan al boven dit scherm uiteenvalt in licht en woorden, mijn haren
kleven aan het witte beeld en handen wapperen
voorbij de zwarte stammen buiten. Hij kreunt, draait zich, het is
nog lang geen tijd, hij vertrekt pas na de koffie, zo
ergens tussen middaguur en avond en ik hoef alleen maar terug
te rennen naar iets dat daar gisteren al lag.
Herman
14 februari 2019 — 08:00
Sterk en suggestief, Alja!
alja
14 februari 2019 — 08:19
🙂