‘Ze pleegde drie keer exact hetzelfde telefoontje. Je mag het tegen niemand zeggen, daar begon het steeds mee. Je mag het tegen niemand zeggen. Ze zei het niet, ze fluisterde het niet, ze schreeuwde het. Tegen niemand zeggen. Het moet een verrassing blijven. Ze herhaalde dit in alle drie de gesprekken toch zeker wel een keer of vijf.
‘Niemand mag het weten!’ gilde ze door de coupé.
Het was obsceen, niet te tolereren, het was grotesk. Het kwam in de buurt van mijn literair program, van wat ik wil op papier. De hele wereld ongevraagd penetreren met iets wat niet doorverteld mag worden.’

uit Genoeg nu over mij, Marja Pruis