En dan zou ik zwijgen. Een leeg scherm, een wit vel. Eerst
probeerde ik een grapje: hoe

de hackers van het vliegtuigbedrijf slechts één stuntelige
schoonmaker bleek, de georganiseerde

misdaad slechts één verongelijkte puber. Altijd controleren
of je stekker in het stopcontact zit, zei

mijn systeembeheerder vroeger. Ook moest ik het toetsenbord
omgekeerd houden om er de kruimels uit te schudden.

Dan zou ik iets zeggen als ‘we zijn gevangenen van deze tijd’
en u wijzen op afspraken waartegen je je

nauwelijks verzet. Ik had ook iets met de tien geboden en ik
zocht tussen de Engelse sonnetten naar

wat van betekenis. Daarna kwam dat stilvallen, weer veel
later sloeg ik langzaam weer aan, als dat

zwartgevallen scherm dat geleidelijk weer kleur kreeg: er
viel voedsel uit mijn shirt op mijn handen.