Soms houd ik helemaal niet van je, kijk
ik tussen de spleten van binnen naar
buiten en bereken mijn kansen, mijn
tijd, mijn terugreis. Jij doet hetzelfde.
Te vaak heb ik je te veel lief. Er zijn
geen ontsnappingspogingen, de
warmte is het enige dat naar buiten
kringelt, alle kansen keren.
Op het moment dat ik daadwerkelijk
moet gaan, talm ik, jij
zeurt. Op de hoek van de straat haal
ik echter in beide gevallen
opgelucht adem. Jij doet ongeveer
hetzelfde, niemand draait zich om.
Elbert Gonggrijp
27 oktober 2015 — 18:09
Oei… Dit klinkt als een zeer persoonlijk en enigszins herkenbaar gedicht voor mij als voor Conny…. Hopelijk is dit meer van je afschrijven dan een anti-climax van een relatie….
Wel prachtig op de huid geschreven overigens….
Lieve groetjes van een manisch depressieve tegenpool
Elbert
alja
27 oktober 2015 — 19:53
groeten terug Elbert!