Als je gaat trekken door het mooie noorden,
vol straffe wind in stad en ommeland,
groet iemand die daar woont dan van mijn kant:
zij was het meisje dat ooit bij me hoorde.
Als je daar aankomt en het sneeuwt constant,
als ijsgang in het diep de zomer smoorde,
kijk of ze dan een jas heeft voor die oorden,
zodat de stormwind haar niet overmant.
Kijk of haar weelderige haren hangen
over haar borsten, kroelend naar beneden,
want zo blijf ik het meest naar haar verlangen.
Kent ze me nog, zit ik me af te vragen.
Ik heb er zo dikwijls om gebeden,
in zware nachten en in lichte dagen.
Jan Kal, Meisje uit het noorden, uit: Voor altijd jong, Bob Dylan herbezocht,
bundel: Een dichter in mijn voorgeslacht
Blewbird
14 maart 2015 — 19:24
In lichte dagen komt net niet dicht genoeg bij ‘in the brightness of my days’. Wat is het Nederlands toch zwaar en onbeholpen. Lief liedje dit.
alja
15 maart 2015 — 07:44
ik kan slecht tegen het delen van Dylan, slecht tegen vertalingen en covers maar vorig jaar had ik een bijzondere ontmoeting met Jan Kal en neefje Tom vindt de bundel prachtig, vandaar
Jan Kal
27 maart 2015 — 13:59
Alja en Blewbird bedankt. Zware nachten moet zijn: zwarte nachten, maar dat heb ik zelf fout in mijn bundel getikt, zie ik nu. Dichterbij komt: in ’t zwart der nachten en in ’t licht der dagen, maar ik probeer apostrofs te vermijden. Zo dikwijls moet zijn: o zo dikwijls, maar dat had ik gelukkig goed.
alja
27 maart 2015 — 14:40
hoe dan ook, Jan, je hebt het weer gedaan! hoop je een keer op het nieuwe literaire podium in Alkmaar te begroeten!