Soms ben ik zo ver van de liefde. Hoe
je opstaat en niet eerder terugkomt dan
daar, ergens in een zin.
Dat warme dampende lijf heeft zich
aangekleed, niet omgedraaid, de auto
gestart, is weggereden.
Heeft zich toegang verschaft en weer
de deur dichtgedaan. In de regel geen
teken van spijt.
Je bent ook geen schrijver, zeg je. Er
is een andere manier. Ik richt mijn tepels
op je en vuur.
Er was nooit sprake van doodgaan aan.
Slechts een gemis dat bloedeloos in een
versje kwam en in haar.
hennie van ee
11 januari 2015 — 09:40
het blijven woorden
alja
11 januari 2015 — 09:51
die kan ik zoveel beter delen dan gebaren, fijn jaar Hennie!
elbert gonggrijp
11 januari 2015 — 20:24
Ik vind het en dat is nu zo langzamerhand een cliché een prachtig en beeldend gedicht geworden. Je schrijft in een vorm die de neiging heeft te verhullen waar het om draait en toch dat in mooie bijna vervreemdende woorden wordt gevat. Mag ik de eer om deze te delen in mijn Galerij der Groten? Mijn dank zou alvast groot kunnen zijn. 🙂
P.S. Mocht je het willen doen dan is het helemaal gaaf als je er een korte profielschets bij zou doen. Ik denk dat je mijn mailadres hebt. Stuur het dan beiden daarnaar toe. Als je dat dus wilt….
alja
11 januari 2015 — 21:02
Je hebt mail!