Ook de was heeft geen plaats, de witte
zachte doeken hard door de
herhaalde beweging, hangen nu roerloos
tussen de kleurloos vallende
druppels, ook de lucht is wit maar daar
geen openingen die
verbinden tot het groene laantje van de
buurman, de overkant van de weg,
de omhoog gezette gele stoeltjes, de hopen
aarde bedekt door het goud van
de herfst. Na uren stijf geworden en innig
koud behangen zij mijn
rechterarm, zwaar hellen zij totdat mijn
warmte ze verspreidt, daar
strekken ze zich over de kachels, de lijn
te dun gespannen.
Blewbird
13 oktober 2014 — 18:57
Komt wel weer goed
in het voorjaar
geduld
sprak ik mijzelf toe en ook jou
maar geloven we erin?
alja
13 oktober 2014 — 21:20
je reactie is al geruststellend