Het is niet perse noodzakelijk dat je herinneringen gebruikt voor je werk
Soms ben ik alleen maar op zoek naar het volgend woord dat bij het voorafgaande woord kan passen
Soms ben ik alleen maar op zoek naar een vorm waarin
En soms
Nou ja, soms
Halen de herinneringen
Mijn woorden
In
Joseph Brodsky, uit: Less Than One
vertaald tot ‘Tussen iemand en niemand’ door Frans Kellendonk en Kees Verheul
Robert Kruzdlo
17 februari 2014 — 08:37
Soms ben ik opzoek naar….(…) Precies waar zoek je? Waar/wat is de plaats dat je ‘iets’ vindt: Dat kan alleen het brein zijn want die weet meer dan jij. En als dat zo is, is het dan niet ONZIN dat die IK denkt dat ‘hij’ (de schrijver) het allemaal doet? Ik zou geen dichter willen zijn als ik dit weet of toch wel!? Ja, dan wel een dichter die dit inziet.
Groet,
Robert Kruzdlo
hans altena
17 februari 2014 — 11:24
Prikkelende vraag Robert, maar jij bent het brein en nog veel meer dan dat en jijzelf, die verzamelnaam voor al je processen in je lichaam en geest, bent ook nog eens die poort naar buiten toe, en wat daar allemaal schuilt, dat is ook de zoektocht, die dus niet enkel innerlijk is… sterker nog, soms lijkt het dichter zijn meer op een scherpte die inspeelt op wat voor het rapen ligt… ken je niet het gevoel alsof een lied of passage daar al op je wachtte… zodat het ook kan voorkomen dat er grote overeenkomsten ontdekt worden tussen jouw tekst en die van een ander eeuwen terug? Het raadsel is meer dan het ik… Maar nogmaals, je snijdt iets moois aan, zoals ook Brodsky aan iets raakt dat mij raakt… ik herken het al is het niet van mezelf… groet
hans altena
17 februari 2014 — 11:30
ik wou maar zeggen, het brein is onderdeel van jezelf en niet andersom… ga maar eens zitten bij iemand in coma en vraag je af wie dat is…
alja
17 februari 2014 — 17:20
voor robert, voor hans, ik denk er niet over na, ik schrijf, ik neem waar, ik doe, ik leg neer, alles een collage, mijn gedachten, mijn handelingen, mijn hier en nu, mijn toen en thans, ik zoek niet omdat het (nog) voor het oprapen ligt, ik ben geen dichter, ik ben een schrijver die een bepaalde vorm hanteert, een vorm die steeds minder woorden nodig heeft voor hetzelfde: het vinden van, tegelijkertijd is het een eeuwig onderweg zijn, met ogen wijd open, dat wel, een voor altoos bewustzijn van mijn plaats: die van de toeschouwer