Het toegedekte kind zingt, terwijl ik
Zinnen maak rekt hij zich
Stommelt, schuift, kiert door de deur
Met koffie, lacht
Wijst op zijn blote buik, haalt heel diep
Adem en blaast weer
Uit, hij wil zeggen dat het goed gaat
Hij maakt een liedje dat
De toekomst gloort, ik hoor een psalm
Over een ontloken winterroos
Moet dit schuin, zeg ik en wijs op een
Regel, hij humt
Er zijn letters, zegt hij, met veel meer
Openingen
Bernard Dov Wisser
21 januari 2014 — 08:25
What a wonderful poem about its own creation….and the way a child perceives it….
alja
24 januari 2014 — 17:17
thanks Bernard, hope to see you soon, get well!