Ik heb haar goede daden bestraft door zelf wat aalmoezen te geven. Dat is niet het antwoord, ik kan haar niet vangen door haar te kopiëren, ik kan haar niet tekenen met een geleend potlood. Zij is alles wat een geliefde moet zijn, en heel wat dingen die een geliefde niet moet zijn. Moet ik haar vastpinnen? Zij is geen vlinder. Ik ben geen worstelaar. Zij is geen doelwit. Ik ben geen geweer. Moet ik u zeggen wat zij is? Zij is niet lotnummer zevenentwintig en ik ben geen snoever.

Jeanette Winterson, uit The World and Other Places
vertaald tot De wereld en andere plaatsen door Maarten Polman