Buigend buk ik voor haar, voorbij de gele
Velden, de groene rivieren met de glijdende
Zwarte marmertekening, de trage molen
Voorbij het knerpend pad, de ongelijke stenen
De stilte van de morgen nog, de lucht zwaar
Van zachte regen, voorbij
Zijn lijf dat zich nog oprichten wil, armen
En benen gespijkerd aan het hout, voorbij
De zingende stemmen
De half open deur, de namen van hen die
Eerder waren, zittend aan haar bed van mos
En takjes, haar
Kale tuin, vertel ik haar over de oogst van
Jaren, honderdduizend woorden, mamma, zeg
Ik haar dan en ze knikt
hans altena
25 augustus 2013 — 12:33
Ontroerend al kan ik de emotie ervan niet delen, en dat is waar kunst begint, ervaringen overbrengen die ten eerste niet gedeeld zijn (hoewel herkenning dat laatste niet in de weg hoeft te staan, maar wel het gevaar op kan leveren van enkel een sentimentele verbondenheid, niets mis mee overigens, hoewel het bedriegelijk kan zijn… ach ik dwaal al weer af, waar ik stil wil blijven staan bij je rake mooie woorden die me onwillekeurig doen denken aan de liedjes op Another Self Portrait)
alja
25 augustus 2013 — 12:34
dank je wel, hans, je reacties zijn altijd zo welkom