Zo zonder kleding aan beweeg ik me minder
Snel, niets ruist me na, niets verbergt me
Niets maakt me zichtbaar dan mijn melkwit vel
Langzaam schuil ik me tegen
Zijn lijf dat daar al ligt, mij als vanzelfsprekend
Ontvangt, slapend nog
Mij in zijn droom stopt, mijn flanken worden
Koud, mijn haren kriebelen, mijn
Benen willen verder, opeens bewijzen dat ze
Rennen kunnen
Hij zegt in de stilte dat ik niet weg kan, treinen
Rijden niet meer, pas dan
Rust ik uit, val in slaap, zware leden die hangen
Tegen zijn mond
Elbert Gonggrijp
17 mei 2013 — 07:52
Mooi, Alja! Dus haal maar niet al te gauw je trein…Komt je duur te staan…:)