Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

het lentelicht

Droge witte wijn, sommeert de vrouw mij, in een
Glas, en ze wijst een rode nagel op de overgebleven
Glazen die naast de plastic torens op de bar staan

Ik ben nog steeds heel apart, enig ook, die kleur van
Mijn keuken en het is voor het eerst dat ze binnen
Is, hier binnen terwijl

We al jaren elkaar op straat tegenkomen, nooit elkaar
Groetend, altijd de taxatie van halverwege de komst
En dan afkeurend omdraaien

Ik net zo goed als zij, ik heb niets met deze wereld
Zij hebben alles, de schilder mengt zich tussen beiden
Terwijl het vriendinnetje van B.

Zich verontschuldigt voor de koelte van haar hand
Die op mijn warme tattoo rust, we zoenen, het is
Zomer, gulzig

Zijn de drinkers, de nieuwe aanhang monstert mijn
Tuinen, vraagt waar ik leef, wil eigenlijk dat voorbeeld
Wel volgen behalve

Zij met de rode nagels en witte glazen, o om zo vrij
Te zijn, verzucht M. of om eindelijk die keuze te maken
Zij laat haar glas vullen en wijst puntig tot waar

 

 

 

 

 

« »