Mijn leeftijd verglijdt in de loop van de dag, eerst nog
Ben ik oud en stram, torn tegen de wind in
Later verdeel ik pepernoten met mijn bezoekster, ze
Praat haar wangen warm, dan
Naast hem, met mijn benen onder mijn lijf, ben ik niet
Ouder dan veertien, toen
We elkaar kusten achterin de Volvo 544, mijn vader
Geduldig wachtend aan de stoeprand van
School, en zo blijf ik een meisje tot ik wakker ben
Hoog houd ik zijn hand en
Huppel, het gaat om het delen, had mijn bezoekster
Gezegd, anders is er
Niets, ik wilde haar niet tegenspreken, voorgoed zo
Alleen, ik schoof de helft
Van het eten in zijn richting zodat halverwege de tafel
De lekkernijen zich
Opstapelden, geen stoeprand, zei hij maar halverwege
Het weiland
Mijn vader reed snel, ik kukelde achterover, zijn lijf
Ving me op, misschien
Zoals nu, een te grote stap en een dansend hoofd maar
Dan daar zijn greep
bernard dov wisser
26 november 2011 — 10:03
I love yur story board poetry with the whole greater than the sumo of its parts…