Zoals mijn ouders van het land hielden en de
Vaste grond onder hun voeten, de koeien en de
Heel vroege ochtenden en hoe je over alle
Akkers tot heel
Ver kon kijken, zo hield mijn schoonvader
Van de zee en haar ruimte, de wilde wateren
Of ook wel de lichte deining bij een glijden
In een onbekende haven, dan de
Thuiskomst van een week of twee en weer
Verder of ook wel, hoe je als je je hand voor
Je ogen deed en dan tuurde, veel meer zag dan
Er was
Zoals mijn vader halverwege de weg naar Parijs
Omkeerde nadat hij even had geslapen in de
Berm, zo keerde mijn schoonvader zichzelf in
De brits terwijl het schip
Het uiterste puntje van de wereld nam en in het
Voorbijgaan wat eilanden, een paar vreemde
Beesten en gek pratende mensen, mijn vader
Droomde van
Een blote prinses op het Waagplein te A.
Terwijl schoonpappa de hand schudt van de
Echte koningin, de foto steekt nu nog uit het
Doosje, we hebben
Zo zeggen de kinderen, haar ook maar een
Rouwkaart gestuurd, en jou, en terwijl ik me
Een eerste gesprek herinner met de Stuurman
Herinneren zij zich een laatste
elbert gonggrijp
22 oktober 2011 — 20:35
weer een mooi gedicht, alja! zoals jij zou zeggen ” zoals altijd “…