Het schrift van de indiaan valt open. Het verbaast hem dat de bladzijden de grote, oplopende wei blijken te zijn. Met boven aan de wei wat zwarte krabbels van bomen, een muurtje. En dwars door de aanrollende duisternis heen ziet hij de wind langs de helling stromen, over het gras glijden, hij ziet de rode kafnaalden het zonlicht kammen, vlammende naalden, de dichtbegroeide aarde, de wortels, de rots.
Annie E. Proulx, uit: Postcards
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x