THERE be none of Beauty’s daughters
With a magic like Thee;
And like music on the waters
Is thy sweet voice to me:
When, as if its sound were causing
The charméd ocean’s pausing,
The waves lie still and gleaming,
And the lull’d winds seem dreaming:
And the midnight moon is weaving
Her bright chain o’er the deep,
Whose breast is gently heaving
As an infant’s asleep:
So the spirit bows before thee
To listen and adore thee;
With a full but soft emotion,
Like the swell of Summer’s ocean.
George Gordon (Lord) Byron: There be none of Beauty’s daughters
Reacties door alja
vaak ongewild
dank Frank
het verkeerde perkje
bij alles dat W. vertelt, zegt hij 'maak daar maar ...
hoe lief tegelijkertijd
dank Leonore
de 2e column voor de site van Pom Wolff
Hij is er nog, speelt piano en leest! Dank voor ...
mijn veiligheid
ik houd in alle opzichten meer van het suggestieve, x