Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

met moeite vandaag

Een dichter uit den vreemde ontmoet mij op het net
Terwijl een schilder uit A. mij vraagt om een gedicht
Over ‘dat goddelijk gebeuren dat ontstaat als men

Elkaar ontmoet vanuit verschillende disciplines’, hij
Doet alsof hij God is en alleen in zijn atelier alle
Volgelingen aan tafel zitten en dan

Praten over en elkaar op de schouders slaan, armen
Drukken misschien maar vervolgens verraden, ach
En dan wat werk toeschrijven aan

Elkaar, goed, zeg ik en noteer de data, de voorwaarden
De limiet, de vreemdeling voegt daar reisvergoeding
Aan toe en misschien een

Prettige nazit, de provinciaal wijst op beperkte middelen
Maar wellicht een extra samenkomen tussen mij en
Hem op een andere gelegenheid

Kwijt is even mijn schroom en aarzeling, ik moet
Misschien een feestjurkje naaien en wat glitters nog
Strooien over mijn haar

Zodat het straks niet opvalt dat er as ligt op mijn hoofd
Of boter en de scheuren in mijn met pek en veren bedekt
Lijf, toegeschreven worden aan

Slordig omgaan met naald en draad of een vreselijk
Kreatief gebruik van alle beperkingen en middelen die
Ik mezelf steeds weer opleg

 

« »