Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

lukraak

De krantenman is de enige die ik vandaag spreek, als altijd
Even en snel op een heel vroege zaterdagochtend en dan het

Vaste rondje door deze stad, als altijd is het gezegde overbodig
En herhaling en toch, als altijd

Is het welkom, nu complimenteert hij mij omdat ik al klaar
Ben voor de Kerst, ‘strak management’ zegt hij en

Ik, ‘eerder een vergissing’ omdat ik de hele week al meen
Dat het Kerst is en nu dus

Al bijna weer voorbij, terwijl de kalkoenen nog geplukt moeten
Is de vulling van mijn gebraad al bijna

Op, ook is het kerstbrood klef en de poedersuiker verdwenen
Maar erger nog, alle goede gedachten aan

En terwijl ik opnieuw mijn best zal doen, herinner ik me geen
Opgetogenheid als kind

Geen verwachtingsvol bestaan, geen zalvende woorden, zelfs
Geen meterslange boom in ons

Kleine kerkje, alleen de man van toen die zijn ogen de hele
Dienst lang, dicht had

 

 

« »