Alja Spaan (Sint Pancras, 1957), schrijver.
Ik heb altijd geschreven. Schrijver word je niet maar ben je.
Sinds 2013 noem ik mezelf schrijver (geen dichter – en nadrukkelijk de manlijke vorm), daarvoor had ik verschillende beroepen maar ook nu is het schrijverschap een perfecte dekmantel voor alle creatieve uitingen. Er is een sterke overeenkomst in het schrijven en het maken van collages, foto’s, film, textiele werkvormen. Al mijn werk is vrij, ik volg geen enkel patroon.
Vanuit een werkeloosheidssituatie startte ik juli 2005 Atelier9en40 in mijn huiskamer in Alkmaar. Tot 2013 vonden daar maandelijks exposities en poëzie- en muziek-evenementen plaats; bij elke activiteit ging het om de ontmoeting.
Atelier9en40 werd de uitgever van mijn werk en dat van derden.
Januari 2017 debuteerde ik met mijn vierde gedichtenbundel bij uitgeverij Watervis. Uitgeverij IndeKnipscheer kwam oktober 2018 met mijn vijfde bundel. Uitgeverij Aspekt verzorgde nummer zes, november 2021.
Op 2 september 2023 is de zevende bundel, uitgegeven door uitgeverij P, gepresenteerd bij Reuring in De Alkenaer.
Ik ben geen podiumdichter, nog altijd organiseer ik liever en laat anderen het toneel.
Januari 2013 initieerde ik Reuring, een maandelijks literair platform. Een van de dingen die daaruit voortvloeide is het voorleesproject dat vanaf oktober 2017 door mij op persoonlijke titel gedragen werd.
September 2021 stelde ik een literaire stadswandeling samen, gebaseerd op oude literaire routes door Alkmaar en aangevuld met tal van anekdotes. In eerste instantie was deze bedoeld voor de medewerkers van het literair e-magazine Meander als bijzondere kennismaking met het Alkmaarse. Vanaf februari 2022 is de literaire stadswandeling een officiële activiteit van Reuring.
Vanaf oktober 2015 ben ik redacteur bij het literaire e-magazine Meander, vanaf 15 februari 2018 voorzitter van de Stichting Literatuursite Meander. Vanaf april 2018 coördineer ik Meander.
Van 2015 tot 2019 was ik werkend lid van het Kunstenaars Centrum Bergen.
Vanaf februari 2016 werk ik bij het Nederlands Dagboekarchief.
Tevens ben ik sinds 2017 betrokken bij het project dichtdruk, een gezamenlijk initiatief van het Grafisch Atelier Alkmaar en bibliotheek Kennemerwaard. Het eerste project is maart 2018 gestart en liep tot en met december 2020. Het wachten is op een vervolg.
Ook was ik lid van de werkgroep POR (Poëzie in Openbare Ruimten Alkmaar) en nam ik deel aan overleg over de poëzie in mijn gemeente tot augustus 2020.
In november 2021 bedankte ik voor de voordracht voor het stadsdichterschap van Alkmaar.
Vanaf december 2022 maak ik onderdeel uit van de Stichting en het project Eenzame Uitvaart.
Incidenteel ben ik betrokken bij film- en kunstprojecten.
Dagelijks verschijnt er een gedicht op deze blog. Met dit ritueel begon ik op 8 april 2006.
“O, dat is helemaal niet moeilijk, Bert”
“Alja weet de zinloosheid van het bestaan in prachtige zinnen neer te leggen.” Pom Wolff in een recensie van Losse Honden.
“Alja Spaan weet als dichter heel goed waar ze mee bezig is en de lezer mag meelezen, meevoelen en meedenken en zich verwonderen over speelsheid waarmee de beelden in de gedichten aaneengeregen zijn. En dat telkens opnieuw.” Herbert Mouwen in een recensie van Losse Honden voor Meander.
“Zeer vilein, plezierig ver te zoeken, (luister maar), een hoop indicaties dat de ik niet geheel vrijwillig op de plek is, mysterieus gedicht, geweldig. Profiel: geen zeventiger, jonge dichter die veel anderen gelezen heeft, K. Schippers, K. Michel, fijn gedicht.” Ingmar Heytze in Met Het Oog op Morgen over het gedicht Plezierig (2e prijs,Türing 2014).
“een zeer begenadigde dichteres” , Karel Wasch in een recensie van Misschien moet alles eerst op tekening hersteld op Poëzie leestafel.
“Dat allesomvattende niets, dat overal aanwezige niets, dat niets dat door de hele bundel en door het hele verhaal heen kleur krijgt, geschiedenis kent, warmte geeft – gretig een woord van Alja Spaan – haar tot in alle staten van geluk en genot heeft gebracht – en natuurlijk in wezen niets meer is en niets meer kan zijn – DAT NIETS dat onontkoombare existentiële niets wordt in deze bundel tegen het vergeten behoedzaam aan de lezer meegegeven – uiteindelijk toch ook als een soort troost – dat er toch ook met niets te leven valt. Dat we het nemen zoals het is, het verlaten en het verlaten zijn, maar weten nooit verlaten te zijn – van wat was.” Pom Wolff in een recensie van Tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid.
“Het is een broertje van me” over Bob Dylan
ABIV (Amsterdamse Beroepen Interesse Vragenlijst) testuitslagen tijdens verplichte re-integratie (maart 2006)
Uitzonderlijk laag: sport, administratief, cijferwerk en avontuur
Onder gemiddeld: buitenwerk, bestuurlijk, leidinggeven, medisch en exact wetenschappelijk
Gemiddeld: technisch, muzikaal, commercieel
Boven gemiddeld: geen
Uitzonderlijk hoog: literair, artistiek, alfa wetenschappelijk, sociaal, religieus
Alkmaars Nieuwsblad, februari 2009