Hoewel ik nog roep dat ik schrijver ben en ergens ook
denk dat het hetzelfde is, moet ik vannacht voor

een commissie verschijnen die mij beoordeelt op kunst.
Tientallen formulieren moet ik invullen, er

zijn deadlines voor het inleveren van werk, de kinderen
helpen mij, plotseling zitten we in een

speelgoedtreintje dat langs nuttige attracties tuft en stap
ik uit bij een reuze ei dat naar de maan gaat,

erom heen ontbijtbordjes met diverse varianten van een
vroege maaltijd. Wakker moet ik opnieuw

uitleggen wat kunst voor me betekent, nu alleen voor
mezelf. Na jaren hoor ik de wekker en weet

zelfs eerst niet waar het hoge schrille gepiep vandaan
komt en of het iets met het ei te maken heeft.