Voor het eerst heeft een kind meer bezit dan mij, een
grotere woning zoals die past bij een vast

contract, een hechte verbintenis, een hoog aantal jaren
in het vooruitzicht hopelijk. Het uitzicht

is op witte bloesem en schommelende kinderen, gelach
komt van buren die hoog op hun balkons zich

afschermen en het ruikt voorlopig naar een soppende
moeder die alle hoeken en gaten op haar

knieën en hoog reikend van voorjaar voorzag. In haar
lunchpauze strekt zij zich uit over de kale

vloer, duiven koeren op de vensterrand, de zomer is
in aantocht. Hij is nog steeds het kind dat

behoedzaam alle mogelijkheden bijeenbrengt, alleen
twijfelt nu aan de kleur van de muur.