Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

ontdaan van mijn bestaan

De een loopt zonder te groeten de week in, slaat af bij
de dinsdagavond, de ander staat langdurig naast

me en pakt mijn hand en bedankt me. ‘Voordat ik jullie
leerde kennen’, begint de derde en opnieuw

ben ik een van hen, lees ik mezelf voor, hoor ik mijn
jeugd ontrafelen, mijn eerste werkervaring, het

hebben van kinderen, het alleen-zijn, deze stad. Kwam
ik ze niet allemaal tegen ooit? Aan het plein stond

zijn zaak, daarboven hing ik uit het raam en telde de
kramen, haar stoffen gingen door mijn

hand, zij nam de hoorn op en verbond mij door, hij zat
aan mijn bureau en wenste meer, het kind nog

holde terug om een vergeten boodschap. We aten spruitjes
gisteren en gaven elkaar de borden door.

(titel uit het gedicht van Atze van Wieren)

« »