Al veel te lang wil ik u overtuigen van mijn kunnen, om de
oren slaan met mijn overzicht, een lange tong

uitsteken vervolgens naar uw achterblijven, uw gebrek aan
kennis, uw afwezigheid terwijl ik herhaal hoe

alles hier op een rijtje staat: ervaring en liefde, gevoel en
vermoeden, beest en paradijs, punt en

plaats in het alfabet. Ik doe natuurlijk alsof, u weet wel zeker,
het is allemaal spel en leedvermaak, koketteren

met tekortkoming en overschot, jongleren met bewoner en
bewaker en helemaal niet het einde van

de wereld. Veel te vaak is het stampen in een plas zonder
dat het water opspat, bovendien til ik

mijn rokken hoog, kabouterstappen makend met kniehoge
laarzen over u allen heen, mezelf achterlatend.