Soms is het alleen zijn niet voldoende. De geluiden in het
hoofd gonzen als het verkeer beneden, stemmen

in het trappenhuis, vliegtuigen in de lucht, vogels die krassend
van de dakgoot rollen, piepjes die het schermpje

rechts naast me doen oplichten, een deurbel die een nieuwe
toon produceert en me schrikken laat, in

de verte nog het murmelend kind en zelfs de tikkende poten
van een kat zoals de vragen van een medestander,

de aandacht van een vriend, de nieuwe aflevering van een
serie, de kranten van twee weken terug, het

nooit afgesloten verlies van langer geleden, de ogen van mijn
mamma en het hard dichtklappen van een deur

ergens, toen, opnieuw en zijn warm, los vel dat bruin in het
omwoelde bed lag met daar bovenop zijn handen.