Now I wish I could write you a melody so plain, That could hold you dear lady from going insane (Bob Dylan, Tombstone Blues)

dat likken aan mijn inkt

De straten hierachter geven ongeordende lichteffecten die
met knallen gepaard de ruiten doen dreunen, een

enkele ster die nu al hoog de weg wijst, twee hertjes voor
een scheef hellende arrenslee, een

knipperend wc-lampje tweehoog en eenzame kinderen die
wachten bij een verdwenen sneeuwpop, vader,

achterneef, auto met kentekens als hun initialen of vuurpijlen
die sissend voortijdig de hemel verlaten.

De buurvrouw klimt ondertussen hijgend met slingers en bal
langs de betonnen treden en laat haar vochtige

warmte achter terwijl Christmas Carrols voor een verkeerde
deur bezorgd worden. De schrijver brengt

voorzichtig een kerstkind thuis en knielt waarbij zij het leven
viert tussen snottebel en open mond en kust.

« »