Dat je bijna nog verwacht dat hij een grap met je uithaalt,
het deksel van de kist omhoog zal duwen en

zingend uit zal stappen, de verf op het hout nog nat en
stippen die strepen worden, ‘dots’ die dansend

van knop naar handvat lopen met eenzelfde enthousiasme
als waarmee hij leefde en al ons mensen

in en door elkaar liet lopen, kussend, handen strelend, tot
verzoening en vrede en creatie bereid, steeds

maar weer het hoofd in de wolken en hoog op de schouders
elkaar dragend tot daar waar bloemen in het

felste geel tegen een immens groen grasveld afsteken. Hij
zou de eerste zijn die ging plukken. Dat je wist

dat hij glimlachend naar je keek terwijl je op je handen
ging staan en je hoofd verloor of ook je hart.