het is wat vrijkomt en weggaat, oud zeer,
vochtigheid die uit de dingen trekt.
En dan zeker verdriet in de hemel, heimwee

omdat alles zo eeuwig is. Heimwee naar nu.
Alles wordt er wakker van, wil nog eens heel hevig zijn,
En dan voorbij. Het scherpstellen van de pijn.

Flash. Genadeloos geluk. En de genade van vergeten
en vergelen. Licht heeft de kleur van
naar het licht geheven witte wijn.

Herman de Coninck,
uit: 4, Bas-Oha (Bergen van onverschilligheid)