Lang zeg je dat je voor iets anders komt, je neemt ook
een andere route, het is nog vroeg, damp

hangt boven de beelden, je komt tussen glas en staal
en vriendelijk pratende vrouwen, er is

chocolade, een stroopwafel, je ontdekt drie bootjes in
het watertje voorbij het raam, misschien

begint het daarmee, je doet je werk, je verplaatst je in
een ander, je ziet pas weer je omgeving als

je door de bomen een pad neemt dat je bijna bukken
doet, dan zie je hoe je daar een keer liep,

hij hield je hand, je zou zo verdwalen, dit was de echte
en grote-mensen-wereld. Dan weet je dat

je eigenlijk nog altijd voor hem komt, dat je alles herkent,
dat het nog steeds dezelfde weg is en te laat.