Dat je je staande houdt met een opdracht van niets, in het
donker en in de kou en met je weergave in

het raam voor je, de bomen dunner, de buurt duidelijker,
het bloot van jezelf onder de haren die nog in

mond en ogen steken, daar zit je dan, de lucht zonder tekens
en in het trappenhuis de sigaretten uitgetrapt

start over een half uur een brommer, hakken die tikken en
aanslaan en dan je vingers allang weer opgeborgen,

soepeler nu, en de woorden vanuit je slaap zodat je je kunt
redden de rest van de tijd, sla mij

nog een kruisje, neem mij nog eens bij de hand, het licht
doet je verdwijnen, roze de hemel in, dat je

terugkomt in vol tenue ziet niemand, benzine verdampt in
de spleet naar de uitgang, wat moest je ook weer doen?