Haar vader kocht haar het boekje. Ze had het al weken
lang zien liggen in de etalage, op weg

naar school, het gearmd giechelen met haar vriendinnen
en dan even stoppen voor dit raam en

wijzen op het stoffen kleinood, ze dacht aan wat ze op
schrijven zou. Ze schreef zoveel meer.

Het werd het beroemdste dagboek ter wereld, zij werd
maar zestien jaar, ze kreeg twee jaar om

alle reden tot bestaan samen te vatten, de waarheid in
vierkante centimeters verstopt. Haar

vriendschap met het papier, de stille bondgenoot, werd
zoveel meer en toch is dit vertrouwen altijd nog

het begin tussen ons en die ander: onze tweelingziel legt
zich neer maar geeft zich niet gewonnen.