Als je bomen tekent op de muren, wijde uitlopers van
houtskool op de witte ondergrond, het

potloodslijpsel onder je blote voeten, de rug van je hand
zwart, in de hoeken van de ruimte

kleine bergjes gruis dat zich geduldig laat verwaaien,
zet dan de ramen open zodat de vogels

naar binnen kunnen, zich kunnen nestelen in de oksels
van je tuin, eieren kunnen leggen in de

vingers van je schepping, waarschuw de regen, de zon,
haal de sterren, blaas de wind, maak nog

een figuur die klimmen wil naar de hoogste top, zet de
manden klaar waarin het fruit kan schuilen,

spreidt de dekens, leg je neer, doe je ogen dicht en hoor
het leven dat zich boven je verdeelt.