Kleine stukjes tijd vouw ik dubbel totdat mijn schriften
niet meer in mijn hand passen. Elk schrift draag

ik vervolgens naar de werktafel waar ik opnieuw de
gebeurtenissen ontvouw. Ik maak het

leven opnieuw toegankelijk, ik verdraag opnieuw haar
gebeurtenissen, ik herinner me voorgoed.

Onder de naam van elk kind voeg ik toe. Nu niet meer
de hoogtepunten als de eerste stap, de skeelerhelm,

het paarse haar of de vissen in de achtertuin. Niet de
gestileerde situatie waarin mijn handschrift steeds

minder keurig hen tegemoet holt maar de werkelijkheid
zoals we die tegelijkertijd zagen: hier

ging pappa weg, hier werd je bang, hier werd je tegen
de muur gedrukt, hier kon je niet slapen dan

op mij, hier werd je groot, hier ontrafel je geheimen,
hier groeien de konijnen aan bomen.