De vogels van het verdwenen nest keren regelmatig
terug en overleggen of deze plek wel

de geschiktste is, of ze wel weer zo hoog moeten gaan
hoewel ze soms lijken te twijfelen of dit

de juiste boom is, of het uitzicht hun wel beviel en
testen ze, wippend en krassend, de staat van

de dunne lijnen in mijn tekening. Het overleggen is
mij vreemd maar ik zou zondermeer

hetzelfde doen als toen: ik slijp de potloden en bouw
een toekomst op het verleden. Ik plaats

meteen een zon, maan en sterren, laat het bliksemen
en stralen, schets alleen dit keer een

schamel hekje rond de beesten en vergeet hen te voeren.
De regen valt op dezelfde manier.